Blog # 60 Kunst: groei, vrijheid en nut door Onno Zijlstra

Het nadeel van zo’n kunstcafé van Tertulia (7 april) is dat je ’s nachts beroerd slaapt. Je hoofd gedraagt zich als een oude percolator. Je gedachten pruttelen alle kanten op en slaan tegen de wanden. Krijg dat maar weer eens op orde. Deze blog dus naar aanleiding van het gesprek van Juan Carlos Salvia en publiek met Hannah Blom. Maar niet om je je eigen denkwerk te besparen. Daarvoor zwalk ik ook teveel.

Ontwikkeling en groei

(…) ’t Is een verhaal / Verteld door een idioot, vol van geraas en getier. / Dat niets te betekenen heeft. (Macbeth bij de dood van zijn vrouw, Shakespeare, Macbeth)

De werkelijkheid kan soms een complete chaos lijken, waardeloos, zonder betekenis of zin. Maar wij mensen zoeken altijd een lijn, orde, betekenis. Zoekend zijn wij in ontwikkeling. Kunst maakt deel uit van die zoektocht. Zij is een essentieel element in de stroom van het bestaan – een element dat helderheid, orde en betekenis schept. Het leven krijgt vorm, zowel individueel als collectief. Onze werkelijkheid en ons begrip ervan worden in de loop der tijd rijker, subtieler en ruimer. Kunstwerken dragen daar op hun eigen manier aan bij. Terwijl zij ons houvast bieden in de werkelijkheid, zoals ook de taal, verhalen, rituelen, wetenschap en filosofie dat doen, veranderen ze die ook. Ze verrijken ons leven met afbeeldingen, symbolen en expressie. (Het perspectief van de kunstenaar accentueert uiteraard de eigen, persoonlijke zoektocht, ontwikkeling en groei. Maar die levert ook ‘de anderen’ wat op.)

Kunst begint niet steeds opnieuw. Kunstenaars kijken naar andere kunstenaars. En ook voor niet-kunstenaars verrijken de werken elkaar.

Hannah Blom, Z.t., 2020, 90/32/29 metaal

Nut/nutteloosheid van de kunst

 

Nut lijkt me niet een fijn woord voor een gesprek over de betekenis van kunst. Dan kun je je ervan afmaken met dat het bijzondere van kunst is dat het nou net nutteloos is.

En dan zijn we ook meteen van Plato af. Die schrijft namelijk – in de vertaling van Gerard Koolschijn:

 

Men moet kunnen aantonen dat kunst niet alleen amusement biedt, maar ook nuttig is voor het maatschappelijk en persoonlijk leven van de mens. Voor elke poging dat te bewijzen zullen wij volledig openstaan, want we kunnen er ongetwijfeld alleen maar mee winnen, als kunst behalve aantrekkelijk ook nuttig blijkt te zijn.

 

Maar het gaat Plato niet om ons ‘nut’. Het woord dat hij gebruikt kunnen we beter vertalen als ‘heilzaam’. En dan kunnen we de handschoen wel oppakken. Plato’s opmerking dat ‘aantrekkelijk’ niet genoeg is om kunst te rechtvaardigen, geeft wel degelijk te denken. Is er meer? Wat maakt eigenlijk dat kunst aantrekkelijk is?

Reset

De roman Het een als het ander van Ali Smith bestaat uit twee delen. Van de oorspronkelijke, Engelse versie bestaan twee edities, met afwisselend het ene of het andere deel eerst. In deel 1 van de Nederlandse vertaling leven we mee met George, de dochter van een vrouw die onderzoek doet naar de Italiaanse Renaissance schilder Francesco del Cossa. Het verhaal begint met de herinnering aan een gesprek. George is in een palazzo in Italië het wat-is-nou-het-nut-van-kunst-spel met haar moeder aan het opvoeren. Ze zeurt met het namaakkinderstemmetje dat ze voor dit spel reserveert: “Wat is dit vervelend (…). Er is verder niemand in dit hele gebouw (…). Wat is het nut hier nou van? Wat moeten we hier nou mee? Wat is nou in godsnaam het nut van kunst?”

Vragen naar het nut van kunst klinkt nogal plat. ‘Kunst, waar is het goed voor?’ suggereert dat kunst eigenlijk nergens goed voor is, behalve misschien voor mensen in bepaalde bubbels, die niks beters te doen hebben en daarmee wegkomen. En dat geloven we niet.

 

 

Sta even stil bij dit morele vraagstuk, zegt de moeder van George tegen George die in de passagiersstoel zit. (…)

Welk morele vraagstuk? zegt George. (…)

Oké je bent een kunstenaar, zegt haar moeder.

O ja? zegt George sinds wanneer? En is dat een moreel vraagstuk?

Ha, ha, zegt haar moeder. Doe me nou even een lol. Stel je het voor. Je bent een kunstenaar.

 

Dat kunst ergens goed voor is, is evident. Waarom zouden we er anders aan doen? “Kunst ist schön, macht aber viel Arbeit.” (Karl Valentin) Kunst vraagt de nodige inspanning, louter voor de lol en de aardigheid doe je het niet, zou je denken. Totalitaire regimes hebben zich in de loop der tijd de nodige inspanning getroost om mensen ervan af te houden en dat lukt dan nooit helemaal.

Kunst is niet zomaar nuttig. Volgens de negentiende-eeuwse filosoof G.W.F. Hegel is ze ronduit noodzakelijk. Waar mensen zijn, is kunst. Je kunt erop wachten. Dat lijkt me een goed uitgangspunt. De Amerikaanse antropologe Ellen Dissanayake benadert de vraag ethologisch en stelt dat kunst wel ergens goed voor moet zijn omdat we kunst in alle samenlevingen vinden, omdat kunst verweven is met tal van activiteiten in het leven en daar niet weg te denken is. Kunst is geen extraatje, maar een wezenlijk onderdeel van ons menszijn.

Velen stellen hun leven in dienst van de kunst. Kunst is voor hen de betekenis van het leven. Dan lijken de rollen zelfs omgedraaid.

In de loop der eeuwen is er heel wat af gedacht over de plaats van de kunst in het menselijk leven. Dat is deel van de poging het mysterie van het leven te doorgronden en gaat verder dan het wat-is-nou-het-nut-van-kunst-spel. Kunst is heilzaam.

Vrijheid (leegte?)

In de tachtiger en negentiger jaren van de vorige eeuw maakt de New Yorkse filosoof Arthur Danto furore met het idee van ‘het einde van de kunst’. Hij bedoelt met zijn betoog niet dat het afgelopen is met de kunst, maar dat de moderne kunst ten einde is. De geschiedenis van de kunst kan niet langer gezien worden als de ontwikkeling in de richting van een doel, bijvoorbeeld steeds accuratere nabootsing van de werkelijkheid, of steeds zuiverder expressie van gevoelens en ideeën van de kunstenaar, of steeds principiëler formalisme. Als voordeel van dit einde ziet hij dat dit een enorme bevrijding van de kunstenaar betekent. Die is nu niet langer gedwongen vernieuwing in een bepaalde ontwikkeling te brengen, ‘origineel’ te zijn.

‘Het einde van de kunst’ betekent ook niet het einde van de traditie van de kunst, eerder de ontkenning ooit van die geschiedenis los te kunnen komen en een grote vrijheid in het omgaan met de traditie. De vrijheid van de kunstenaar die open en ongedwongen haar beeld laat ontstaan kan niet bestaan buiten gedeelde kaders en gedeelde taal. Milan Kundera:

Mijns inziens kunnen grote werken alleen geboren worden binnen de geschiedenis van hun kunst en als deelnemers aan die geschiedenis. Alleen binnen de geschiedenis kunnen we beoordelen wat nieuw is en wat herhaling, wat ontdekking en wat imitatie: met andere woorden, alleen binnen de geschiedenis kan een werk bestaan als een waarde die onderscheiden kan worden en beoordeeld. Niets lijkt me slechter voor kunst dan dat het buiten zijn eigen geschiedenis valt, want dat is een val in de chaos waar esthetische waarden niet langer kunnen worden waargenomen.

 De duif die klaagt over de weerstand van de lucht die hij of zij bij het vliegen ervaart en het liever zonder luchtweerstand zou doen, vergist zich. Zonder die weerstand valt er helemaal niets te vliegen.

(…) dat er in alle kunsten toch iets dwingends (…) vereist wordt, waarzonder de geest – die in de kunst vrij moet zijn en het werk als enige tot leven brengt – volstrekt geen lichaam zou hebben en helemaal zou vervluchtigen (…). (Immanuel Kant)

Kunst is belichaamde vrijheid en dat zien we eraan af.

Het kunstwerk is precies zoals het moet zijn. Hoe moet het dan precies zijn? Zoals het is, als het er eenmaal is. Maar hoe het moet worden, daarvoor zijn geen regels. De kunstenaar kan het ons ook achteraf niet vertellen – zoals wij ook niet afdoende kunnen uitleggen wat een bepaald werk zo goed maakt. “Maar in het zoeken weet men niet vooruit hoe.” (Mondriaan) Daar zit de creativiteit van de kunstenaar. En wij, wij kunnen onze blik over het werk laten dwalen zonder ergens op uit te zijn, zonder op zoek te zijn naar de uitgang – er hoeft geen sudoku opgelost te worden. Als het werk een raadsel wordt - wat heeft de maker bedoeld? – is er iets mis.

De kunstenaar en het publiek

Vanaf de romantiek wordt meer en meer van iedereen verwacht zijn of haar eigen unieke zelf tot ontplooiing te brengen. Dat dat niet voor iedereen in gelijke mate is weggelegd is duidelijk. Maar zeker van de kunstenaar wordt trouw aan het eigen talent en de eigen originaliteit verwacht. De kunsten worden paradigmatisch in een cultuur die authenticiteit, originaliteit en vernieuwing hoog in het vaandel heeft. Maar gaandeweg raakte de kunstenaar ook een beetje ‘apart’ en raakte het publiek als kunstpubliek losgezongen van het dagelijks leven.

Reagerend op de eigen tijd en de traditie, levert de kunstenaar niettemin haar bijdrage aan de samenleving. Ze zoekt nieuwe vormen die, voorbij de bestaande conventies, uitdrukking geven aan onze belevingen en gevoelens. De laatste decennia is er veel aandacht voor de sociale verantwoordelijkheid van de kunstenaar. Daar is ook alle aanleiding toe. Was het eerder aan het individu zich te profileren in een zich individualiserende samenleving, nu is juist ‘gemeenschap’ een probleem en een thema geworden.

 

Tertulia Amersfoort

Tertulia Amersfoort organiseert inspirerende bijeenkomsten voor denkers, kunstenaars en kunstliefhebbers. Het Filosofisch Café biedt ruimte voor reflectie en discussies over filosofie, kunst en cultuur. Het Kunst Café richt zich op creatieve processen en dialogen met kunstenaars. Beide cafés streven naar het verbinden van mensen en het verdiepen van culturele ervaringen. Tijdens bijeenkomsten in het Rietveldpaviljoen Amersfoort, bieden we een podium voor interactieve en betekenisvolle uitwisselingen.

https://www.tertulia033.nl/
Vorige
Vorige

Blog # 61 Onzekerheid als deugd (1) Socrates 

Volgende
Volgende

Blog # 59