Opening seizoen 1 september ’25
Leven zonder mobiel: Willem Schinkel als zijn eigen experiment
Willem is onderzoeker en nieuwsgierig naar wat hij tegenkomt als hij door het leven gaat zonder mobiele telefoon. Hij is zijn eigen experiment, zeg maar.
Het leven zonder mobiel is lastiger. De samenleving is inmiddels behoorlijk rondom de mobiele telefoon ingericht. Het kost hem veel extra tijd. Tijdens Corona kostte het hem drie weken om een QR-code opgestuurd te krijgen. Op zijn werk kan hij geen koffie bestellen. Sociale contacten onderhouden vergt veel meer energie en tijd.
Zijn studenten geloofden hem niet toen hij vertelde dat hij geen mobiel had. Daarna dachten ze dat hij een Nokia had. En uiteindelijk waren ze ervan overtuigd dat er iets mis was met Willem zelf. Een eerste generatie die letterlijk niet weet hoe het is om te leven zonder telefoon.
Tegen de mobiele telefoon heeft hij geen bezwaar op zich. Het grootste probleem van Willem met de telefoon is dat er een parasitair kapitalistische industrie achter zit die als doel heeft aan het gebruik van de telefoon geld te verdienen. Dat gebruik van de telefoon is in feite de uitbuiting van het sociale karakter van de mens, de noodzaak om sociale interactie te hebben. De programmering van het apparaat en de applicaties bespelen, misbruiken is wellicht een beter woord, het sociale karakter van de mens. Er is nu een eerste generatie gekweekt die niet beter weet dan dat het sociale leven rondom de telefoon vorm gegeven wordt.
Over het algemeen wordt de mobiel gebruikt voor onzin, dat wil zeggen niet werk gerelateerd. Dat is geweldig, dat er tijd is voor onzin. Maar waarom moet de tech-industrie hier geld aan verdienen? Als het internet en alles wat hierbij komt kijken vitale infrastructuur wordt genoemd, zou je deze eigenlijk in maatschappelijk beheer moeten leggen. Democratiseren, recht op collectief eigenaarschap. Dan moet je het hebben over de telefoons, apps, kabels, datacenters. Grote kans dat er na een democratisch proces andere keuzes worden gemaakt ten aanzien van de designprincipes van de telefoon en logaritmes van social media die je nu nog verslaafd maken aan het apparaat.
Willem heeft het overigens steevast over de mobiele telefoon, hij maakt nauwelijks onderscheid tussen applicaties, social media en het apparaat zelf. Voor hem vormen ze allemaal het ding waarmee die kapitalistische laag geld verdient aan het sociale gedrag van mensen.
Het sociale gedrag dat door deze technologische infrastructuur, via de telefoon, heel gekke vormen krijgt. Bijvoorbeeld een vader die met zijn basketbal-spelende zoontje in het park zit. De vader op zijn telefoon. Het zoontje probeert de bal in de basket te gooien. Na lang ploeteren lukt het. Het zoontje roept enthousiast de vader. Die heeft het te laat en half door. Dan gaat de vader laten zien hoe je de bal in de basket gooit. Na een paar keer lukt het en stoer roept hij zijn zoontje. Dat zit inmiddels diep verzonken in de telefoon van zijn vader.
De telefoon zorgt ervoor dat je minder aanwezig bent. Op de telefoon ben je bezig met andere plekken en dingen. Zodoende privatiseert de telefoon de openbare ruimte tot de meest intieme plek.
Als je in een ruimte de enige bent die niet op zijn telefoon zit, bijvoorbeeld in de trein, dan is het heel moeilijk om over die mensen te denken dat ze vrij handelende wezens zijn. Ze zitten er allemaal langer op dan ze aanvankelijk van plan waren. Je gaat je afvragen of deze mensen wel handelen uit vrije wil.
Geeft de mobiele telefoon niet ook een mogelijkheid om je minder alleen te voelen, of te veinzen dat je minder alleen bent? Is een vraag vanuit het publiek.
Telefoons zijn altijd een middel geweest om met eenzaamheid om te gaan. Maar mensen verdwijnen graag op momenten dat ze met zichzelf geconfronteerd worden. Wachten is vaak een van die momenten.
Is de mobiele telefoon dan een verrijking van onze sociale contacten?
Wat zegt de wijze van communiceren via de mobiele telefoon over ons menszijn? Niet te snel over oordelen, zegt Willem. We leven in verstrengeling. Willem is geïnteresseerd in hoe de verstrengeling tot stand komt. De mobiele telefoon is een technologie van verindividualiseren. Je onmiddellijke omgeving moet het ontzien: je bent ergens, maar je bent er ook niet. Maar mensen weten zich de technologie ook weer toe te eigenen en daar creatieve dingen mee te doen.
Iemand in het publiek ziet de telefoon als een soort dementor die de ziel leegt trekt, waardoor mensen niet met zichzelf kunnen zijn. Willem zegt daarentegen dat je ook niet kan zeggen dan jongeren nu geen vriendschappen sluiten. Wat is een vriendschap en hoe krijgen vriendschappen vorm? Vriendschappen evolueren ook. Maar ook: alle technologie immuniseert je van de wereld. Draag maar eens een dag geen schoenen.
De telefoon heeft ook een bepaalde metronoomfunctie, die zet het tempo van het leven. De telefoon wordt verkocht alsof je tijd bespaart, maar eigenlijk versnelt hij het leven ook. Je moet constant bezig zijn, instant bezig zijn, reageren.
Bij colleges wil Willem geen telefoons en laptops. Hij wil geen informatieoverdracht. Hij probeert de geesten van de studenten te prikkelen, te fucken zodat er iets gebeurt in die hoofden. Dat ze zelf na gaan denken over iets. Een bepaalde techniek brengt ook een bepaalde manier van omgang met elkaar. De telefoon tijdens college zou betekenen dat veel studenten er deels niet zouden zijn, want in hun telefoon. Door alleen schrift en woord te gebruiken weet Willem op zijn manier interactie met de studenten aan te gaan.
Uit het publiek komt de vraag of scholieren dan op informatiedieet zouden moeten? Moet je jongeren leren om te gaan met (minder) telefoongebruik?
Willem: Het grappige is dus dat mensen leven met een heel scherp bewustzijn dat de telefoon slecht is voor kinderen, maar dat ze zichzelf blijkbaar hebben opgegeven. Kinderen kan je dingen verbieden. Maar waarom kijken ouders niet meer naar zichzelf. Dat maakt het ook een schijndiscussie. Het wijst eigenlijk op de zwakheden van jezelf.
Voor Willem is het interessant, omdat hij er een studie naar doet, om zonder een telefoon te leven. Als onderzoeker probeer je ‘dat wat als normaal gezien wordt, als niet normaal te aanschouwen en te onderzoeken’. Maar verder is het ook heel vaak niet prettig, zo niet onmogelijk om zonder telefoon te leven.
Schrijft Willem dan kritiek?
Willem wil geen conservatieve kritiek geven. Hij wil meer aanzetten op het verbreden van de verbeelding. Hij denkt dat kritiek niets meer doet. Er valt niks meer te ontmaskeren.
Eeke Jagers
3 sept ‘25